Hasil (
Bahasa Indonesia) 1:
[Salinan]Disalin!
In het Nederlands heb je acht verschillende tijden: vier daarvan zijn onvoltooid en vier daarvan zijn voltooid.De voltooide tijd herken je aan het hulpwerkwoord hebben of zijn samen met een voltooid deelwoord. Verder kun je aan de persoonsvorm zien of de zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat.De toekomende tijd herken je aan een vorm van het hulwerkwoord zullen.1. Onvoltooid of voltooidOnvoltooid betekent niet af. Deze tijd gebruik je om aan te geven dat iets nog bezig is of bezig was op het moment dat je de zin opschrijft. Ook gebruik je deze tijd als het niet belangrijk is of de handeling is afgerond.Voltooid betekent af. Deze tijd gebruik je om aan te geven dat de handeling klaar is op het moment dat je de zin schrijft. Voor de voltooide tijd gebruik je het hulpwerkwoord hebben of zijn. Ook staat er altijd een voltooid deelwoord in de zin.2. Tegenwoordig of verledenDe tijd van de persoonsvorm bepaalt of de zin in de tegenwoordige of verleden tijd staat. Als een zin uit meerdere delen bestaat, moeten de tijden in die zin met elkaar overeenstemmen.3. Toekomende tijdDe toekomende tijd lijkt vreemd, omdat we meestal het werkwoord ‘gaan’ gebruiken als er sprake is van een handeling in de toekomst. Maar het hulpwerkwoord zullen geeft aan dat de zin in de toekomende tijd staat.4. Let goed op bij de lijdende vorm.In de lijdende vorm heb je altijd te maken met een voltooid deelwoord, zelfs als de zin in de onvoltooide tijd staat. Het hulpwerkwoord van de lijdende vorm in de onvoltooide tijd is worden. Het hulpwerkwoord van de lijdende vorm in de voltooide tijd is zijn.5. Blijf bij de tijdAls een zin uit meerdere delen bestaat, moeten de tijden in die zin met elkaar overeenstemmen.
Sedang diterjemahkan, harap tunggu..