Een van mijn bezwaren tegen het rapport van de Commissie is, dat zij groote woorden gebruikt en daarmede den lezer zich een verkeerden indruk van de opleiding doet vormen en bovendien een bepaalde stemming tegen de tegenwoordige opleiding tracht te verwekken. De Commisiie schermt met woorden als halfslachtige wetenschappelijke opleiding, half of niet-begrepen wetenschappelijke theorieen en wat dies meer zij. Daarmede moge zij indruk op den niet deskundigen lezer maken, de tot oordeelen bevoegde laat er zich geen zand door in de oogen strooien.
Ik heb, om aan te toonen, dat de Commissie het met haar geleerd klinkende zinnen toch bij het verkeerde einde heeft, uit haar rapport een 12-tal vragen samengesteld en die voorgelegd aan de gewone klinische hoogleeraren der Amsterdamsche universiteit. De bewoordingen der vragen zijn ontleend aan het rapport; uit de beantwoording der vragen blijkt, dat de hoogleeraren het absoluut niet met de Commissie eens zijn .