Ik heb een briefje van tien (10) gu

Ik heb een briefje van tien (10) gulden.
Heb jij twee (2) rijksdaalders en vijf (5) guldens?
Ik niet, Kees heeft misschien wisselgeld.
Kees, we hebben guldens nodig. Heb jij guldens?
Neen, ik heb drie (3) kwartjes en zes (6) dubbeltjes
En verder zeven (7) centen en acht (8) stuivers.
Jij hebt niet veel geld!
O, maar ik heb nog negen (9) briefjes van vijf (5) gulden
En een briefje van vijf en twinting (25) gulden.
De meneer en mevrouw daar hebben misschien guldens.
Meneer, heeft U misschien voor dit biljet van tien (10)
Gulden, twee (2) rijksdaalders en vijf (5)guldens?
Neen, maar ik heb wel vier (4) rijksdaalders.
O, dat is ook goed.
Alsjeblieft, hier hebben jullie de rijksdaalders.
Dank U wel meneer.
Tot je dients!
Dag meneer, dag mevrouw!
Dag jongens!

Hasil (Bahasa Indonesia) 2:

Aku punya sepuluh (10) emas.
Apakah Anda dua (2) rijksdaalder dan lima (5) gulden?
Saya tidak, mungkin mengubah Kees.
Kees, kita perlu gulden. Apakah Anda gulden?
Tidak, saya memiliki tiga (3) kuartal dan enam (6) dime
Dan lebih tujuh (7) sen dan delapan (8) sen.
Anda tidak punya banyak uang!
Oh, tapi aku masih memiliki sembilan (9) slip lima (5) emas
dan fiver dan segel kembar (25) gulden.
The Mr dan Mrs mungkin telah ada gulden.
Sir, Anda mungkin memiliki tagihan ini sepuluh (10)
Gulden, dua (2) rijksdaalder dan lima ( 5) gulden?
Tidak, tapi saya memiliki empat (4) rijksdaalder.
Oh, itu bagus juga.
Silakan, di sini Anda memiliki rijksdaalder.
Terima kasih banyak, Pak.
Sampai Anda dients!
Hello Sir, hari Madam
Hari guys!