Een zo ruim mogelijk stellen van de

Een zo ruim mogelijk stellen van de competentie van de Kroon – en wanneer alsnog de beslissing der geschillen zou worden opgedragen aan de afdeling Contentieux van De Raad van State zou niet anders behoeven te worden geoordeeld – komt aanbevelenswaardig voor wanner men voor ogen houdt die gevallen, waarin de gewone rechter ondanks de ruimste opvatting van zijn competentie in het verleden bleek onvoldoende toe te kunnen komen aan de vragen waar het eigenlijk om ging, en aan welke vragen de Kroon juist in het ontwerp B.A.B. wordt gebonden, te weten met name de vraag van detournement de pouvoir en die van strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In beginsel schijnt voor die ruimere competentie alles te zeggen te zijn; de vraag die de restrictie ‘in beginsel’ nog open wil houden is of het hier inderdaad ging om hantering van publiekrechtelijke bestuursbevoegdheden, zodat toetsing aan d.d.p. en aan algemene beginselen van behoorlijk bestuur passend zou zijn. Vooraf mogen echter, ter concretisering van de gedachten, enkele bekende casus uit de jurisprudentie de revue passeren waarin de gewone rechter geen bevredigende behandeling – ik zeg niet : oplossing – heft kunnen geven.
Allereerst volgen twee casus waarin voor de gewone rechter – respectievelijk de burgerlijke en de strafrechter – bezwaar werd gemaarkt tegen een administratieve beschikking, die dus – volgens het regeringsontwerp met beperking tot de beschikkingen van de central overheid – binnen het bereik van een wet Beroep administratieve beschikkingen zullen vallen. Het arrest van 24 Juni 1949 N,J, 559 betreffende de vordering van de Groningse kweldergronden van de oevereigenaren, wier eigendomsrecht al lang door de Staat betwist werd, gaf niet een definitieve beslissing, daar de Hoge Raad de zaak verwees naar het Gerechtshof te Amsterdam na zijn overweging da took naar het oordeel van het Hof te Leeuwarden de vordering mogelijk wel mede het belang van de voedselvoorziening had kunnen dienen. Met alle reserve die in het oordelen over deze uitspraak past, kan men niettemin toch wel verklaren dat de behoedzaamheid die de Hoge Raad ten opzichte van het steeds moelijke bewijs van d.d.p. hier in acht nam ingeval van een beroep te dezer zake op een wet B.A.B. voor wat deze grond betreft nog behouden had kunnen worden, maar dat dan met mogelijk meer bevrediging van het rechtsgevoel een toetsing van de vordering aan andere beginselen van behoorlijk bestuur nog had kunnen volgen. Als zulk een beginsel zou wellicht kunnen gelden dat waar een processueel zwaardere weg openstaat ter beslechting van een rechtsstrijd de overheid zelfs de schijn vermijden moet een gemarkkelijker begaanbare weg tot het beeindigen van diezelfde strijd te hebben willen bewandelen, tenzij die lichtere weg uitdrukkelijk is geopend om in een geval als aan de orde is de zware gang op de normale weg aan de overheid te besparen.

Hasil (Inggris) 1:

The widest possible couples of the competence of the Crown – and when will the decision of disputes would be dedicated to the Litigation Department of the State Council would not otherwise need to be judged – is commendable for when one of those cases, in which the ordinary courts despite the broadest view of his competence in the past proved insufficient to meet the questions where the talent for , and on what questions the Crown correct in design B.a.b.8 is bound to know, in particular, the question of the detournement pouvoir and of fight with General principles of good governance. In principle, seems to say everything for that broader competence; the question that the restriction ' in principle ' wants to keep is still open whether this indeed came to handling of incorporated under public law, so that cross-check with d.d.p. and to general principles of good governance would be appropriate. However, in advance, in the concretization of the thoughts, some famous case from the case law presented in which the ordinary courts no satisfactory treatment – I am not saying: solution – raises.Allereerst volgen twee casus waarin voor de gewone rechter – respectievelijk de burgerlijke en de strafrechter – bezwaar werd gemaarkt tegen een administratieve beschikking, die dus – volgens het regeringsontwerp met beperking tot de beschikkingen van de central overheid – binnen het bereik van een wet Beroep administratieve beschikkingen zullen vallen. Het arrest van 24 Juni 1949 N,J, 559 betreffende de vordering van de Groningse kweldergronden van de oevereigenaren, wier eigendomsrecht al lang door de Staat betwist werd, gaf niet een definitieve beslissing, daar de Hoge Raad de zaak verwees naar het Gerechtshof te Amsterdam na zijn overweging da took naar het oordeel van het Hof te Leeuwarden de vordering mogelijk wel mede het belang van de voedselvoorziening had kunnen dienen. Met alle reserve die in het oordelen over deze uitspraak past, kan men niettemin toch wel verklaren dat de behoedzaamheid die de Hoge Raad ten opzichte van het steeds moelijke bewijs van d.d.p. hier in acht nam ingeval van een beroep te dezer zake op een wet B.A.B. voor wat deze grond betreft nog behouden had kunnen worden, maar dat dan met mogelijk meer bevrediging van het rechtsgevoel een toetsing van de vordering aan andere beginselen van behoorlijk bestuur nog had kunnen volgen. Als zulk een beginsel zou wellicht kunnen gelden dat waar een processueel zwaardere weg openstaat ter beslechting van een rechtsstrijd de overheid zelfs de schijn vermijden moet een gemarkkelijker begaanbare weg tot het beeindigen van diezelfde strijd te hebben willen bewandelen, tenzij die lichtere weg uitdrukkelijk is geopend om in een geval als aan de orde is de zware gang op de normale weg aan de overheid te besparen.

Hasil (Inggris) 2:

The widest possible set of competency of the Crown - and if still the decision of disputes would be entrusted to the department Contentieux of The Council of State would not otherwise have to be judged - is commendable for wanner one bears in mind those cases, where the court despite the broadest view of its competence in the past proved to be inadequate to the questions where it actually went, and what questions the Crown properly tied into the BAB design, namely in particular the question of detournement of powers and breach of general principles of good governance. In principle, it seems to that broader competence to say to be everything; the question that the restriction 'in principle' will take is still open whether indeed there came to handling public-sector management powers, allowing testing to ddp and general principles of good administration would be appropriate. Advance may, however, to crystallize the thoughts, some well-known cases from case law are reviewed where the court no satisfactory treatment - I do not say. Solution - lifts can give
first are two cases in which the ordinary courts - or the civil and the criminal courts - objections gemaarkt against an administrative decision, which therefore - according to the government's draft with disabilities to the orders of the central government - within the reach of the law will fall Appeal administrative decisions. The judgment of 24 June 1949 N, J, 559 on the progress of the Groningen salt marsh lands of the bank owners whose property has long been disputed by the State, not issued a final decision that the Supreme Court referred the case to the Amsterdam Court after his recital da firing in the judgment of the Court in Leeuwarden, the claim may well also could serve the interests of the food supply. With all reserve that fits in judging this statement, one can nevertheless surely declare that the caution which the Supreme Court in relation to the increasingly Possible evidence of ddp here was considering the case of an appeal in this matter on a law AIFM for what this land concerned could still be retained, but with potentially more than satisfy the sense of justice could follow a review of the claim to other principles of good administration yet. As such could apply perhaps a principle that where a procedural heavier road open for settlement of a legal battle, the government avoid even the appearance should have to walk a gemarkkelijker accessible road to the termination of that conflict, unless the lighter away explicitly opened in a case such as that at issue is to save the heavy walk on the normal path to the government.

Hasil (Inggris) 3:

the widest possible set of the competence of the crown, and when will the decision of disputes would be entrusted to the department of the state council contentieux would otherwise need to be considered, for when it is advisable for those cases in which the courts despite the broadest view of its competence in the past insufficient to meet the questions where it actually went to the crown, and the questions in the design b.a.b. is bound to know, in particular, the question of detournement powers and the battle with general principles of good governance. in principle, for which all seem to be broader competence; the question which the restriction "in principle" to keep open or the handling of public bestuursbevoegdheden indeed was, so to d.d.p. and general principles of good governance would be appropriate. however, prior to implementation of the mind, some well-known case from the case law reviewed by the ordinary courts no satisfactory treatment, i'm not saying: solution, can handle.first, follow two cases which in the ordinary courts, respectively, the civil and criminal object was gemaarkt against an administrative decision, so, according to the regeringsontwerp with restriction to the decisions of the central government, within the range of law appeal administrative decisions. the judgment of 24 june 1949 a, j, 559 on the application of the groningen kweldergronden of oevereigenaren, whose ownership was disputed by the state for a long time, not a final decision, the supreme court referred the case to the court in amsterdam after considering that took to the court the leeuwarden proceedings may also the importance of the food can be had. with all reserve in the judgments on this statement, we can still explain that the caution that the high council in relation to the hard evidence of d.d.p. in eight took an action to be taken in the event of a law b.a.b. for what the land could be maintained, but with as more satisfaction of justice review the application to other principles of good governance had to follow. if such a principle could be a world where heavier road open for settlement of a dispute, the government should avoid even the appearance of a gemarkkelijker all-weather road to the end of the battle to walk away, unless expressly lighter is opened in a case when the item is heavy in the normal way go to the government to save.