DE RIJSTTEELT IN DE LAAGLANDEN DERRESIDENTIE DJAMBIDOORDr. J. Van Bred terjemahan - DE RIJSTTEELT IN DE LAAGLANDEN DERRESIDENTIE DJAMBIDOORDr. J. Van Bred Bahasa Indonesia Bagaimana mengatakan

DE RIJSTTEELT IN DE LAAGLANDEN DERR

DE RIJSTTEELT IN DE LAAGLANDEN DER
RESIDENTIE DJAMBI
DOOR
Dr. J. Van Breda De Haan.

259
In Juni en Juli 1916 werd een bezoek gebracht aan de benedenstreken van de residentie Djambi, waarbij een groot deel der afdeelingen Moeara Tembesi, Sarolangoen, Bangko en Moeara Tebo werd doorreisd.
De hiervolgende beschrijving van de rijstteelt in deze streken, werd in de eerste plaats ontleend aan hetgeen zelf ter plaatsekon worden opgemerkt.
Voor een ander deel moesten deze gegevens echter aangevuld worden door inlichtingen van personen, die plaatselijk bekend waren met de rijstteelt, daar het niet mogelijk was zelf het geheele verloop der rijstteelt mede te maken.
Een kort overzicht van de gesteldheid van het terrein in beneden-Djambi zal wellicht de beschrijving der rijstteelt kunnen verduidelijken.
Vele eigenaardigheden toch, die men bij de teelt van dit voedinggewas aantreft, zijn nauw verbonden aan de gesteldheid van het beschikbare terrein en vinden daarin hun verklaring.
Het min of meer vlakke gedeelte van de residentie Djambi bestaat uit twee gedeelten, waarvan het eene het meest Oostelijk deel van dit gewest inneemt en gevormd wordt door de delta's van de Batang Hari en de Toengkal. Eenerzijds begrensd door de zee, wordt voorts de grens van dit in hoofdzaak alluviaal terrein in het Noordwesten gevormd door het Toengkal gebergte.
Van hieruit strekken zich lagere heuvelreeksen uit tot de Batang Hari, even westelijk van de grens der aideelingen M. Tembeei «o Djambi. Ten Zuiden van de Batang Hari strekt zich dit heuvelterrein met slechts geringe verheffingen uit tot in de omgeving der hoofdplaats en wordt begrensd door een lijn, die ongeveer het tracée volgt van den weg der hoofdplaats Ojambi naar Bajoeng Liuijir in hêt Palembangsche.
Tot het overige vlakke deel van het gewest kan het dal der Batang Hari gerekend worden. Dit dal wordt ten Oosten begrensd door het heuvelland, waarop de Soemai en de Ketalo ontspringen en voorts door het gebergte der Toengkal-streek, dat zich met zijn uitloopers tot nabij de Batang Hari o. a. bij de doesoen Tebing Tinggi uitstrekt.
Ten Westen en ten Zuiden zal een ljjn, welke van de doesoen Eajoepoetih aan de Batang Hari loopt over Boengo naar de Pematang Seling en voorts naar de doesoen Jlandiangin aan de Tembeai-rivier, ongeveer de grens aangeven van het lage land.
In vroeger tijden toen de Oostelijke begrenzing van bovenbedoeld terrein nog' een veel grootere hoogte had, is het dal van de Batang Hari waarschijnlijk een groot binnenmeer of binnenzee geweest, dat zich in den loop der jaren heeft opgevuld.
Gedeelteljjk geschiedde dit met eruptieve stuffen, voor een ander deel met de verweeringsproducten van het aangrenzend heuvelland en de sedimenten door de Batang Hari aangevoerd.
Bij deze colmatage van dit meer is de loop der Batang Hari tot nabij de Oostelijke grens teruggedrongen, doordat waarschijnlijk de Tebo- en Tabir-rivieren relatief meer sedimenten aanvoerdwn dan de zooveel minder belangrijke zjjriviertjes op den linkeroever der Batang Hari.
In tegenstelling met de delta-vlakte der Batang Hari, waar slechts hier en daar een enkele doesoen de eentonigheid van het oerbosch langa de rivieroevers verbreekt, is het dal der Batang Hari in de afdeelirig M. Tebo vrij dicht bevolkt. Ook hier werden echter de nederzettingen slech',B langa de rivieroevers aangetroffen.
■Het overig deel der residentie wordt door vrij sterk golvendheuvelland ingenomen, dat zich uitstrekt tot het Barisan-gebergte.
De afdeeling Korintji wordt gevormd door een hoogvlakte in het Barisan-gebergte. Evenzoo vindt men in Soengei Temang en boven Batang A.sai bergterrein, dat zich tot grootere hoogte verheft.
Volgens mededeeling zouden aldaar Europeesche groenten en aardappelen met evenveel succes als op de Korintjisone hoogvlakte geteeld kunnen worden.
260
Ook ia dit heuvelland en gebergte vindt men slechts nabij de rivieren, die dit gebied doorstroomen, bevolkingsnederzettingen.
In het heuvelland bleek de bouwkruin meerendeels te bestaan uit tuffen, waarvan de bovengrond licht roodbruin gekleurd, de ondergrond meest zeer weinig gekleurd was en hier en daar puimsteen bevatte. Volgens medodeeling zouden meer nabij het Barisangebergte nog kalkgesteente en mergelgronden voorkomen, terwijl ook hier en daar gronden aan vrij recente vulcanische uitbarstingen het aanzijn danken (efflata-gronden).
De gronden, die thans voor de teelt van voedings- en andere gewassen gebruikt worden, bevinden zich in de Batang Hari delta nagenoeg uitsluitend langs de rivieroevers, die door aanslibhing bij de bandjirs allengs opgehoogd werden.
Het achter deze rivieroevers gelegen terrein is bijna steeds moerasachtig en nog bedekt met oorspronkelijk bosch.
In het dal der Batang Hari zijn eveneeus bijna uitsluitend de hoogere rivieroevers ontgonnen. Hieraan grenst een vrij breede terrein-3trook voor de z.g.n. sawah-pajö gebruikt. Deze sawahpajö, dikwijls een oud rivierbed, de soengei mati, volgend, zijn slechts in hun lager gelegen gedeelten echte moeras-sawahs.
Aangelegd op het hellend terrein, dat tegen de achterzijde der rivieroevers grenst, hebben zjj meer overeenkomst met hetgeen algemeen onder van regen afhankelijke sawahs wordt verstaan.
Op iets hooger terrein, dat zich hier en daar tot vrij groote vlakten uitbreidt en slechts bjj de hoogste rivierstanden overstroomd wordt maar overigens steeds droog is, vindt men de djadjarans.
Deze velden, waarop de droge njstteelt meerdere jaren achtereen wordt uitgeoefend, hebben een meer permanent karakter dan de eigenljjke ladangs, die slechts een of twee jaar worden beplant.
Eerst in het worden sawahs gevonden met levend water bevlooid (sawah bandar idoep). Ook hier, waar de stroomsnelheid der rivieren aanzienlijk genoeg is vindt men de groote waterwielen (de kintjira), welke de sawahs door een kunstmatige bevloeiing van water voorzien.
Meestentijds vormen de z.g.n. sawahs-bandar-idoep slechts kleine complexen, gelegen nabjj de dalopening der kleinere zijriviertjes.
Betrekkelijk weinig komt het voor, dat hiervoor grootere vlakten konden gebezigd worden, zooals o.a. bij Soengei Manau in de
261
Pangkalan Djamboe streek, alwaar men volgens zeggen breede dalen vindt, die geheel als sawahs zijn ontgonnen. Voorheen waren dit wellicht binnen-meren, die langzamerhand droog kwamen te liggen. Dit zou ook de dikwerf gebrekkige waterafvoer aldaar verklaren.
De regenval is op het meerendeel der waarnemingsstations, die in de vlakte of op de grens van het heuvelland zijn gelegen, vrijwel gelijk.
De maand Juli behoort tot de droogste, maar heeft toch nog gemiddeld 9 regendagen met 130 millimeter regen.
Uit bijgaand staatje der (regenwaarnemingen op de verschillende stations blijkt, dat de z.g.n. groote regentijd begint in September, ook het aantal regendagen neemt dan reeds toe. December is over het algemeen de natste maand met gemiddeld 20 regendagen. In de daarop volgende maanden blijft het regennjk, tot in Mei een vermindering van den regenval valt te constateeren en de kleine regentijd begint, die tot September aanhoudt.
262
Regenwaarnemingm.
263
Djambi. M. Tembesi. langko. M. ebo. ioengo. larolangoen.
lanuari. 229 m.M. :M() m.M. 332 m.M. 280 m.M. 317 m.M. 415 mM.
ebruari. 216 260 287 311 273 267
'aan 266 311 306 24
0/5000
Dari: -
Ke: -
Hasil (Bahasa Indonesia) 1: [Salinan]
Disalin!
DE RIJSTTEELT IN DE LAAGLANDEN DER
RESIDENTIE DJAMBI
DOOR
Dr. J. Van Breda De Haan.

259
In Juni en Juli 1916 werd een bezoek gebracht aan de benedenstreken van de residentie Djambi, waarbij een groot deel der afdeelingen Moeara Tembesi, Sarolangoen, Bangko en Moeara Tebo werd doorreisd.
De hiervolgende beschrijving van de rijstteelt in deze streken, werd in de eerste plaats ontleend aan hetgeen zelf ter plaatsekon worden opgemerkt.
Voor een ander deel moesten deze gegevens echter aangevuld worden door inlichtingen van personen, die plaatselijk bekend waren met de rijstteelt, daar het niet mogelijk was zelf het geheele verloop der rijstteelt mede te maken.
Een kort overzicht van de gesteldheid van het terrein in beneden-Djambi zal wellicht de beschrijving der rijstteelt kunnen verduidelijken.
Vele eigenaardigheden toch, die men bij de teelt van dit voedinggewas aantreft, zijn nauw verbonden aan de gesteldheid van het beschikbare terrein en vinden daarin hun verklaring.
Het min of meer vlakke gedeelte van de residentie Djambi bestaat uit twee gedeelten, waarvan het eene het meest Oostelijk deel van dit gewest inneemt en gevormd wordt door de delta's van de Batang Hari en de Toengkal. Eenerzijds begrensd door de zee, wordt voorts de grens van dit in hoofdzaak alluviaal terrein in het Noordwesten gevormd door het Toengkal gebergte.
Van hieruit strekken zich lagere heuvelreeksen uit tot de Batang Hari, even westelijk van de grens der aideelingen M. Tembeei «o Djambi. Ten Zuiden van de Batang Hari strekt zich dit heuvelterrein met slechts geringe verheffingen uit tot in de omgeving der hoofdplaats en wordt begrensd door een lijn, die ongeveer het tracée volgt van den weg der hoofdplaats Ojambi naar Bajoeng Liuijir in hêt Palembangsche.
Tot het overige vlakke deel van het gewest kan het dal der Batang Hari gerekend worden. Dit dal wordt ten Oosten begrensd door het heuvelland, waarop de Soemai en de Ketalo ontspringen en voorts door het gebergte der Toengkal-streek, dat zich met zijn uitloopers tot nabij de Batang Hari o. a. bij de doesoen Tebing Tinggi uitstrekt.
Ten Westen en ten Zuiden zal een ljjn, welke van de doesoen Eajoepoetih aan de Batang Hari loopt over Boengo naar de Pematang Seling en voorts naar de doesoen Jlandiangin aan de Tembeai-rivier, ongeveer de grens aangeven van het lage land.
In vroeger tijden toen de Oostelijke begrenzing van bovenbedoeld terrein nog' een veel grootere hoogte had, is het dal van de Batang Hari waarschijnlijk een groot binnenmeer of binnenzee geweest, dat zich in den loop der jaren heeft opgevuld.
Gedeelteljjk geschiedde dit met eruptieve stuffen, voor een ander deel met de verweeringsproducten van het aangrenzend heuvelland en de sedimenten door de Batang Hari aangevoerd.
Bij deze colmatage van dit meer is de loop der Batang Hari tot nabij de Oostelijke grens teruggedrongen, doordat waarschijnlijk de Tebo- en Tabir-rivieren relatief meer sedimenten aanvoerdwn dan de zooveel minder belangrijke zjjriviertjes op den linkeroever der Batang Hari.
In tegenstelling met de delta-vlakte der Batang Hari, waar slechts hier en daar een enkele doesoen de eentonigheid van het oerbosch langa de rivieroevers verbreekt, is het dal der Batang Hari in de afdeelirig M. Tebo vrij dicht bevolkt. Ook hier werden echter de nederzettingen slech',B langa de rivieroevers aangetroffen.
■Het overig deel der residentie wordt door vrij sterk golvendheuvelland ingenomen, dat zich uitstrekt tot het Barisan-gebergte.
De afdeeling Korintji wordt gevormd door een hoogvlakte in het Barisan-gebergte. Evenzoo vindt men in Soengei Temang en boven Batang A.sai bergterrein, dat zich tot grootere hoogte verheft.
Volgens mededeeling zouden aldaar Europeesche groenten en aardappelen met evenveel succes als op de Korintjisone hoogvlakte geteeld kunnen worden.
260
Ook ia dit heuvelland en gebergte vindt men slechts nabij de rivieren, die dit gebied doorstroomen, bevolkingsnederzettingen.
In het heuvelland bleek de bouwkruin meerendeels te bestaan uit tuffen, waarvan de bovengrond licht roodbruin gekleurd, de ondergrond meest zeer weinig gekleurd was en hier en daar puimsteen bevatte. Volgens medodeeling zouden meer nabij het Barisangebergte nog kalkgesteente en mergelgronden voorkomen, terwijl ook hier en daar gronden aan vrij recente vulcanische uitbarstingen het aanzijn danken (efflata-gronden).
De gronden, die thans voor de teelt van voedings- en andere gewassen gebruikt worden, bevinden zich in de Batang Hari delta nagenoeg uitsluitend langs de rivieroevers, die door aanslibhing bij de bandjirs allengs opgehoogd werden.
Het achter deze rivieroevers gelegen terrein is bijna steeds moerasachtig en nog bedekt met oorspronkelijk bosch.
In het dal der Batang Hari zijn eveneeus bijna uitsluitend de hoogere rivieroevers ontgonnen. Hieraan grenst een vrij breede terrein-3trook voor de z.g.n. sawah-pajö gebruikt. Deze sawahpajö, dikwijls een oud rivierbed, de soengei mati, volgend, zijn slechts in hun lager gelegen gedeelten echte moeras-sawahs.
Aangelegd op het hellend terrein, dat tegen de achterzijde der rivieroevers grenst, hebben zjj meer overeenkomst met hetgeen algemeen onder van regen afhankelijke sawahs wordt verstaan.
Op iets hooger terrein, dat zich hier en daar tot vrij groote vlakten uitbreidt en slechts bjj de hoogste rivierstanden overstroomd wordt maar overigens steeds droog is, vindt men de djadjarans.
Deze velden, waarop de droge njstteelt meerdere jaren achtereen wordt uitgeoefend, hebben een meer permanent karakter dan de eigenljjke ladangs, die slechts een of twee jaar worden beplant.
Eerst in het worden sawahs gevonden met levend water bevlooid (sawah bandar idoep). Ook hier, waar de stroomsnelheid der rivieren aanzienlijk genoeg is vindt men de groote waterwielen (de kintjira), welke de sawahs door een kunstmatige bevloeiing van water voorzien.
Meestentijds vormen de z.g.n. sawahs-bandar-idoep slechts kleine complexen, gelegen nabjj de dalopening der kleinere zijriviertjes.
Betrekkelijk weinig komt het voor, dat hiervoor grootere vlakten konden gebezigd worden, zooals o.a. bij Soengei Manau in de
261
Pangkalan Djamboe streek, alwaar men volgens zeggen breede dalen vindt, die geheel als sawahs zijn ontgonnen. Voorheen waren dit wellicht binnen-meren, die langzamerhand droog kwamen te liggen. Dit zou ook de dikwerf gebrekkige waterafvoer aldaar verklaren.
De regenval is op het meerendeel der waarnemingsstations, die in de vlakte of op de grens van het heuvelland zijn gelegen, vrijwel gelijk.
De maand Juli behoort tot de droogste, maar heeft toch nog gemiddeld 9 regendagen met 130 millimeter regen.
Uit bijgaand staatje der (regenwaarnemingen op de verschillende stations blijkt, dat de z.g.n. groote regentijd begint in September, ook het aantal regendagen neemt dan reeds toe. December is over het algemeen de natste maand met gemiddeld 20 regendagen. In de daarop volgende maanden blijft het regennjk, tot in Mei een vermindering van den regenval valt te constateeren en de kleine regentijd begint, die tot September aanhoudt.
262
Regenwaarnemingm.
263
Djambi. M. Tembesi. langko. M. ebo. ioengo. larolangoen.
lanuari. 229 m.M. :M() m.M. 332 m.M. 280 m.M. 317 m.M. 415 mM.
ebruari. 216 260 287 311 273 267
'aan 266 311 306 24<; 285 383
Pril. . 264 282 340 237 247 330
lei. L89 196 24J 201 207 187
uni. 139 121 166 126 •is 140 i2
uli. 110 12ü 149 163 12.) 130
U8ustus. 148 1(11 176 142 136 liil
'ePtember. . 185 224 192 158 128 224
'ctober. . 225 ■27:1 251 298 291 274
iQvember. 292 ■_'H4 907 307 •253 842
'ecember. 326 463 353 377
otaai. '2548 m.M. 2875 m.M. 3209m.M. 2811 m.M. 2737 mM. 3263 mM.
iantj min >l waarne- 8sjaren. 36 18 ld 6
Volgens mededeeling zoude in de bovenatreken de westmoesson merr regen brengen dan in de vlakte. In verband met dien sterkeren regenval in de maanden December, Januari en Februari staan de bandjira in de grootere rivieren, die in bet laatst van Januari beginnen. In Februari blijft de hooge waterstand aanhouden en overstroomen dikwerf de rivieroevers. Meestentijds duurt deze booge waterstand een drietal weken en begint dan het water te zakken. De bandjirf>, die in Maart, sums nog in April voorkomen, zijn meest van veel korter duur.
In de maanden Mei tot October is de Z. Oostmoesson-wind overheerschend, terwijl in 't overig deel van het jaar voornamelijk de N. Westelijke wind heerscht.
Reeds werd medegedeeld, hoe bijna zonder uitzondering de bevolkingsnederzettingen in bet laagland van Djambi langs derivieren zijn te vinden. Zoodra men zich een weinig van de rivieroevers verwijderd, zijn groote uitgestrektheden nog geheel van bevolking ontbloot. Hoe gering de bevolkingsdichtheid is, blijkt wel hieruit dat deze voor de geheele residentie Djambi slechts 4-2 bewoner per vierkanten Kilometer zoude bedragen hebben in 1910. ') De bevolkingssterkte zoude toen bedragen 205480 zielen, terwijl deze ultimo 1914 205373 zielen bedroeg, dus ongeveer hetzelfde aantal.
In hoofdzaak heeft zich deze bevolking in beneden-Djambi (en ook voor 't grootste deel in BovenDjambi) nedergezet langs derivieroevers, waardoor zij in denabijheid waren van hun eenigen veikeersweg.
Door het ontbreken toch van nagenoeg alle landweaen voor vervoer geschikt heeft dit uitsluitend te water plaats.
Vond men voorts nabij de rivieren geschikte terreinen voorde rijstteelt, dan werden aldaar bij voorkeur de doesoens gesticht.
Men ziet dan ook dat over het algemeen de moerasachtige en laagst gelegen gedeelten van het stroomgebied der rivieren het minst bevolkt zijn. De bovenloop, waar gelegenheid was tot aanleg van eawahs of droge rijstvelden, heeft de bevolking tot zich getrokken. Andere invloeden, deels van politieleen aard, hebben hierop ook invloed gehad.
1) In Palembang heeft men 8-0 en zitlen per vierkante Kilometer. Java Madoera had in 1910 een bevolkingsdichiheid van ongeveer 2;50 zielen per vierkanten Kilometer.
264
Waar de verhouding tusschen het zielental en de uitgestrektheid van den grond zoo uiterst gunstig schijnt,
Sedang diterjemahkan, harap tunggu..
Hasil (Bahasa Indonesia) 2:[Salinan]
Disalin!
Budidaya padi di RENDAH DARI NEGARA
RESIDENCE Jambi
OLEH
Dr. J. Van Breda de Haan. 259 Pada bulan Juni dan Juli 1916 kunjungan dilakukan ke daerah yang lebih rendah dari kediaman Jambi, di mana sebagian besar divisi Muara Tembesi, Sarolangoen, Bangko dan Muara Tebo telah melewati. Uraian berikut budidaya padi di bagian ini, dipinjam di tempat pertama dicatat pada dirinya sendiri apa yang harus plaatsekon. Bagian lain punya tapi informasi yang dilengkapi dengan informasi dari orang-orang yang dikenal secara lokal dengan budidaya padi, karena tidak sendiri seluruh proses beras juga membuat. Sebuah gambaran singkat dari kondisi tempat di bawah-Jambi akan memperjelas gambaran budidaya padi. ​​Banyak keanehan lagi, yang ditemukan dalam budidaya tanaman pangan ini, terkait erat dengan kondisi yang tersedia medan dan menemukan di dalamnya pernyataan mereka. Semakin banyak atau kurang datar bagian dari kediaman Jambi terdiri dari dua bagian, satu bagian paling timur dari wilayah ini menempati dan dibentuk oleh delta Batang Hari dan Toengkal. Di satu sisi berbatasan dengan laut, selanjutnya batas medan terutama aluvial ini terbentuk di Northwest oleh Toengkal Mountains. Dari rentang bukit peregangan ini lebih rendah dari Batang Hari, sebelah barat dari perbatasan aideelingen M. Tembeei «o Jambi . Selatan Batang Hari meluas daerah perbukitan ini dengan hanya sedikit naik keluar ke lingkungan ibukota dan dibatasi oleh garis tentang hal itu Tracee mengikuti jalan kota utama Ojambi ke Bajung Liuijir di Palembang Serbia. Sampai dinyatakan datar bagian dari wilayah lembah Batang Hari dapat dihitung. Lembah ini dibatasi di timur oleh bukit di mana Soemai dan Ketalo musim semi dan selanjutnya oleh gunung wilayah Toengkal, yang dengan pengisap untuk dekat Batang Hari termasuk memperluas dusun Tebing Tinggi. Di sebelah barat dan selatan sebuah ljjn yang dari dusun Eajoepoetih akan berjalan di Batang Hari Boengo ke Pematang seling dan selanjutnya oleh dusun Jlandiangin Sungai Tembeai, seluruh negara bagian perbatasan negara yang rendah. Di masa lalu, ketika batas timur di atas lapangan masih "memiliki ketinggian yang jauh lebih besar, lembah telah Batang Hari mungkin sebuah danau besar atau pedalaman laut, yang telah diisi dalam perjalanan tahun. Gedeelteljjk datang dengan isian letusan, untuk bagian lain dari verweeringsproducten dari bukit yang berdekatan dan sedimen disediakan oleh Batang Hari. Ini colmatage danau ini lebih Batang Hari untuk mengurangi dekat perbatasan timur, karena mungkin aanvoerdwn yang Tebo- dan Tabir sungai relatif lebih sedimen dari zjjriviertjes jauh kurang penting di bank kiri Batang Hari. Berbeda dengan dataran delta Batang Hari, di mana hanya di sini dan ada beberapa dusun monoton langa hutan perawan istirahat sungai, lembah Batang Hari di afdeelirig M. Tebo cukup baik penduduk . Tapi pemukiman sini ditemukan Hanya Darah ', B Langa tepi sungai. ■ Bagian yang tersisa dari kediaman ditempati oleh bukit-bukit yang cukup kuat bergelombang, memanjang ke Pegunungan Barisan. Pembagian Korintji dibentuk oleh dataran tinggi di Barisan Pegunungan . Jadi sekali lagi ditemukan di Sungei Temang dan daerah pegunungan Batang A.sai atas, yang naik ke ketinggian yang lebih besar. Menurut mededeeling akan ada ETI sayuran dan kentang sesukses dapat tumbuh di dataran tinggi Korintjisone. 260 Juga, ini besarbesaran bukit dan gunung yang ditemukan hanya dekat sungai, yang mengalir melalui daerah, pemukiman penduduk. Di bukit tampaknya lebih humus sebagian menenggak, yang cahayanya warna coklat muda berwarna tanah lapisan atas, lapisan tanah yang paling sangat berwarna dan mengandung sedikit di sana-sini batu apung. Menurut medodeeling akan terjadi lebih dekat ke Barisan Pegunungan masih batu kapur dan napal tanah, sementara di sana-sini alasan untuk berterima kasih letusan gunung berapi yang relatif baru menjadi ada (efflata-tanah). Alasan, yang saat ini digunakan untuk menanam makanan dan lainnya tanaman, terletak di delta Batang Hari hampir secara eksklusif di sepanjang tepi sungai, yang secara bertahap meningkat aanslibhing yang bandjirs. Mengejar sungai ini terletak medan hampir selalu berawa dan ditutupi dengan hutan aslinya. Di lembah Batang Hari eveneeus hampir secara eksklusif bantaran sungai lebih tinggi ditambang. Untuk ini berbatasan lapangan 3trook cukup lebar untuk begitu-Sawah Pajo digunakan. Sawahpajö ini, sering kali merupakan dasar sungai tua, mati Sungei, selanjutnya, hanya dalam porsi yang lebih rendah rawa-sawah-sawah yang nyata. Diletakkan di lereng, yang berbatasan dengan tepi sungai di belakang, ZJJ memiliki lebih perjanjian dengan umumnya di bawah hujan sawah-sawah tergantung berarti. Pada tempat yang lebih tinggi sedikit, yang di sana-sini menyebar ke dataran yang cukup besar dan hanya BJJ tingkat tertinggi sungai banjir tetapi sebaliknya tetap kering, satu menemukan djadjarans. Bidang ini, yang njstteelt kering beberapa tahun berturut-turut dilakukan, memiliki lebih permanen daripada eigenljjke ladang yang ditanam hanya satu atau dua tahun. Pertama di sawah-sawah ditemukan dalam menjalankan bevlooid air (Sawah bandar idoep). Sekali lagi, di mana aliran sungai cukup signifikan, orang menemukan roda besar air (kintjira), yang menyediakan sawah-sawah oleh air irigasi buatan. Sebagian besar waktu yang disebut sawah-sawah-bandar-idoep hanya kompleks kecil yang terletak nabjj yang dalopening dari anak sungai kecil. Relatif sedikit terjadi yang dapat digunakan untuk ini dataran yang lebih besar, seperti misalnya di Sungei Manau di 261 wilayah Pangkalan Syzygium, di mana mereka mengatakan untuk menemukan lembah yang luas, seluruhnya sebagai sawah-sawah telah ditambang. Sebelumnya ini adalah mungkin dalam danau, yang secara bertahap datang untuk menjadi kering. Hal ini juga akan menjelaskan drainase sering miskin di sana. hujan adalah pada sebagian besar stasiun pengamatan, yang terletak di dataran atau di perbatasan berbukit, hampir sama. Bulan Juli adalah salah satu terkering, tetapi masih memiliki rata-rata 9 hari hujan dengan 130 milimeter hujan. Dari transient-negara (pengamatan hujan menunjukkan stasiun yang berbeda, yang disebut musim hujan besar dimulai pada bulan September, jumlah hari hujan akan kemudian sudah meningkat. Desember umumnya bulan terbasah dengan rata-rata 20 hari hujan. Dalam bulan-bulan berikutnya tetap regennjk, sampai Mei adalah pengurangan curah hujan untuk mencatat turun dan musim hujan yang singkat dimulai, berlangsung sampai September. 262 Regenwaarnemingm. 263 larolangoen Jambi. M. Tembesi. Langko. Pak Ebo. ioengo.. . lanuari 229 mM M () mM 332 mM 280 mM 317 mM 415 mM. ebruary 216 260 287 311 273. 267 'untuk 266 311 306 24 <; 285 383 Pril 264 282 340 237 247 330 .. 196 lei L89 24J. 201 207 187 uni. 139 121 166 126 • 140 i2 uli. 110 12U 149 163 12) 130 U8ustus. 148 1 (11 176 142 136 Liil 'eptember 185 224 192 158 128 224 .. "ctober 225 ■ 27: 1 .. 251 298 291 274 292 ■ iQvember _'H4 907 307 • 253 842. 'esember 326 463 353 377. otaai. "2548 2875 mM mM 3209m.M. 2811 2737 mM mM. 3263 mM. iantj min> l pengamat 8sjaren. 36 18 ms 6 Menurut mededeeling tinggal di bovenatreken membawa Merr musim hujan barat dari dataran. Sehubungan dengan maka yang kuat curah hujan di bulan Desember, Januari dan Februari adalah bandjira di sungai yang lebih besar, yang dimulai pada taruhan Januari lalu. Pada bulan Februari tingkat air yang tinggi terus dan sungai sering tepi sungai. Sebagian besar waktu yang dibutuhkan air booge ini tiga minggu dan dimulai lalu turunkan air. The bandjirf>, yang terjadi pada bulan Maret, jumlah masih pada bulan April, yang paling durasi yang lebih pendek. Pada bulan-bulan Mei hingga Oktober angin monsun-Z timur yang dominan, sedangkan pada 't sisa bagian dari tahun terutama N. Barat angin berlaku. Sudah menyatakan, bagaimanapun, hampir tanpa kecuali untuk menemukan penduduk permukiman dataran rendah di taruhan Jambi bersama derivieren menjadi. Begitu satu ini agak jauh dari tepi sungai, hamparan besar masih benar-benar tanpa penduduk. Bagaimana kecil populasi, hal ini terbukti dari ini bahwa seluruh kediaman Jambi hanya 4-2 warga per kilometer persegi akan mencapai pada tahun 1910.) Kekuatan penduduk maka akan berjumlah 205 480 jiwa, sedangkan pada akhir tahun 1914 sebesar 205 373 jiwa, sekitar jumlah yang sama. Pada dasarnya memiliki populasi ini turun-Jambi (dan juga untuk 's mayoritas di BovenDjambi) deposito meletakkan derivieroevers, sehingga mereka denabijheid hanya veikeersweg mereka. Kekurangan namun hampir semua transportasi landweaen memiliki cocok hanya air ini sebagai gantinya. Apakah Anda lebih jauh lagi dekat sungai lokasi yang sesuai forthe beras, kemudian didirikan di sana sebaiknya melakukan kartun. Satu melihat bahwa pada umumnya bagian berawa dan lebih rendah dari aliran sungai dari sungai adalah yang paling padat penduduknya. Hulu, di mana kesempatan itu untuk membangun eawahs atau sawah kering, populasi telah ditarik untuk dirinya sendiri. Pengaruh lainnya, sifat sebagian feodal polisi, juga telah mempengaruhi ini. 1) Palembang telah 8-0 dan zitlen per kilometer persegi. Java Madura memiliki tahun 1910 yang bevolkingsdichiheid sekitar 2 ;. 50 jiwa per kilometer persegi 264 di mana rasio antara jumlah penduduk dan luasnya tanah sehingga tampaknya sangat menguntungkan,






























































Sedang diterjemahkan, harap tunggu..
 
Bahasa lainnya
Dukungan alat penerjemahan: Afrikans, Albania, Amhara, Arab, Armenia, Azerbaijan, Bahasa Indonesia, Basque, Belanda, Belarussia, Bengali, Bosnia, Bulgaria, Burma, Cebuano, Ceko, Chichewa, China, Cina Tradisional, Denmark, Deteksi bahasa, Esperanto, Estonia, Farsi, Finlandia, Frisia, Gaelig, Gaelik Skotlandia, Galisia, Georgia, Gujarati, Hausa, Hawaii, Hindi, Hmong, Ibrani, Igbo, Inggris, Islan, Italia, Jawa, Jepang, Jerman, Kannada, Katala, Kazak, Khmer, Kinyarwanda, Kirghiz, Klingon, Korea, Korsika, Kreol Haiti, Kroat, Kurdi, Laos, Latin, Latvia, Lituania, Luksemburg, Magyar, Makedonia, Malagasi, Malayalam, Malta, Maori, Marathi, Melayu, Mongol, Nepal, Norsk, Odia (Oriya), Pashto, Polandia, Portugis, Prancis, Punjabi, Rumania, Rusia, Samoa, Serb, Sesotho, Shona, Sindhi, Sinhala, Slovakia, Slovenia, Somali, Spanyol, Sunda, Swahili, Swensk, Tagalog, Tajik, Tamil, Tatar, Telugu, Thai, Turki, Turkmen, Ukraina, Urdu, Uyghur, Uzbek, Vietnam, Wales, Xhosa, Yiddi, Yoruba, Yunani, Zulu, Bahasa terjemahan.

Copyright ©2024 I Love Translation. All reserved.

E-mail: